Op 1 november 1944 vielen leden van de Ordnungspolizei (volgens Van Rens de Sicherheitspolizei) een woning van de familie E. in Velden binnen en arresteerden daar vier onderduikers, de 62-jarige Otto Grünthal, zijn 22-jarige schoonzoon Walter Rosenthal en hun echtgenotes. Mogelijk waren de aanhoudingen het gevolg van verregaande roekeloosheid van Rosenthal. Hij nodigde zelfs Duitse militairen in de woning uit en probeerde vriendschap met hen te sluiten. Het kan ook zijn dat ze door E. verraden zijn omdat Grünthal een financiële afspraak met E. dreigde niet na te komen. Op bevel van Ströbel schoten H. Conrad en C. Schut de twee Joodse mannen dezelfde dag nog dood in Hout-Blerick. Hun beider vrouwen overleefden de oorlog.

Bronnen: A.P.M. Cammaert, Het verborgen front (Leeuwarden/Mechelen 1994) p. 444 (= Maaslandse Monografieën nr. 55); H. van Rens, Vervolgd in Limburg (Hilversum 2013) p. 271 (= Maaslandse Monografieën nr. 76).