Op
zondag 26 juli 1942 lieten aartsbisschop De Jong en de leiders van diverse
protestantse kerkgenootschappen een brief van de kansel voorlezen waarin
stelling werd genomen tegen allerhande beperkende maatregelen tegen Joodse
ingezetenen en gewezen werd op de nood van hen die in het buitenland tewerk waren gesteld. Dit ondanks dat Commissaris-Generaal Fritz Schmidt namens de
Rijkscommissaris had laten doorschemeren dat Christen-Joden niet zouden worden
weggevoerd. De reactie van de Duitsers was keihard. In de ochtend van 2
augustus 1942 werden 213 katholiek gedoopte Joden uit hun huizen en kloosters
gehaald. Deze arrestaties stonden onder leiding van de Ordnungspolizei,
geassisteerd door de gemeentepolitie. De bekendste onder hen was de Echtse karmelietes
Edith Stein. In Venlo werd door de Gemeentepolitie tussen 5 en 11 uur assistentie verleend aan de Sicherheitspolizei in Maastricht bij de arrestatie van het gezin Wolf (5 personen), het gezin Cohnen (4 personen), het echtpaar Sternfeld en 'juffrouw Kantorowitz', in totaal 12 personen. Zij werden om 11.30 uur per auto naar 'elders' vervoerd. Van hen zou deze laatste niet meer terugkomen. De
gearresteerde 31 Limburgse Joden werden overgebracht naar het concentratiekamp Amersfoort. Van de in totaal 213
gearresteerden werden er 97 niet uit kamp Amersfoort vrijgelaten, onder wie 13
Limburgers. Zij vertrokken op 4 augustus naar kamp Westerbork. Daar werden nog
eens 14 mensen naar huis gestuurd. Van de overige 83 Christen-Joden vertrokken
er op 7 augustus 63 per trein naar Auschwitz, onder wie acht Limburgers. Bij
aankomst twee dagen later werd een onnauwkeurige selectie gemaakt. De kinderen
en oudere volwassenen werden meteen vermoord in de gaskamers. De anderen overleden
in de loop van september.
Bronnen:
GA. Venlo, Archief 115 (Gemeentepolitie Venlo - Dagrapporten), inv. nr. 102: Rapportenboek Hoofdagenten, d.d. 2-8-1942; H. van Rens, Vervolgd in Limburg. Joden
en Sinti in Nederlands-Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog (Hilversum 2013)
p. 114-118. (= Maaslandse Monografieën nr. 76); B. Tillemans en E. Prégardier, Luise Löwenfels, Een “vergeten” martelares (Geleen 1998), p. 29 e.v. Edith Stein werd op 11 oktober 1998 heilig verklaard.
|