Het eerste grotere bombardement op het vliegveld Venlo-Herongen tussen 10.25 en 11.10 uur op 25 februari 1944 kwam als een volslagen verrassing. De aanval werd uitgevoerd door 86 B26 Marauders van de 323th Bomb-Group, gelegerd op de basis Earls-Colne, en de 387th Bomb Group, die vanaf Chipping-Colne in Engeland opereerde. De actie werd geregistreerd als ‘Mission 193A-Venlo A/D’ (A/D = Airdrome, vliegveld). Nadat eerst enkele Typhoon- en Mustangjagers poolshoogte hadden genomen, volgden om 10.43 het eigenlijke bombardement. Voordat op de basis goed en wel alarm was geslagen was de aanval al in volle gang. In enkele minuten tijds werden 1100 tot 1200 G.P.- en splinterbommen afgeworpen. Vooral deze laatsten hadden een enorme scherfwerking. Bij deze aanval kwamen in totaal minstens tien mensen om het leven, onder wie vier leden van de technische dienst, namelijk de vliegtuigmecanicien Erich Gerruleit, korporaal Günther Balzarek en de onderofficieren Jacob Hütten en Karel Zander, evenals vier arbeiders die op het moment van de aanval op het vliegveld aan het werk waren. Het waren A.J. Gielen, J.J. Janssen, P. Kleijwegt en P.M. Theelen. Een opstelling luchtdoelgeschut kreeg ook voltreffers, waarbij de volledige bemanning werd gedood, onder wie twee ‘Ostlegionäre’ namelijk Tichon Trofmow en Iwan Schwebener. Hun lijken konden pas een maand later worden geborgen. Ook buiten het doelgebied kwamen bommen terecht, zoals op de Stalbergweg en Waterleidingsingel, waarbij vier huizen zwaar werden beschadigd.

Bronnen: H. Bosch, Der zweite Weltkrieg zwisschen Rhein und Maas (Geldern 1977⁴) p. 133; J. Derix, Vliegveld Venlo (Horst 1990) 247-249; H. Keulards, Bombardementen op de Maasbruggen te Venlo (Venlo 1984) p. 20.