In de vroege ochtend van 10 mei 1940 trokken troepen van het 6e Duitse leger bij Arcen over de Nederlands-Duitse grens. De meeste soldaten van het Grensbataljon werden krijgsgevangen gemaakt, op de Markt en de Wal in Arcen verzameld en daarna naar Walbeck gebracht. Omstreeks half vijf die morgen verschenen de eerste Duitse soldaten in de Kerkstraat in Arcen, infanteristen van het 1e bataljon van het 171e regiment van de 56e Divisie. Omstreeks zeven uur begon de aanval op de Maasstellingen aan de westzijde van de rivier. Een batterij van het 156e artillerieregiment begon de kazematten te beschieten, terwijl Duitse soldaten in rubber bootjes, met pontons en een grote aluminium boot onder dekking van mitrailleurvuur de Maas overstaken. Omstreeks half acht stonden de Duitsers al op de westelijke Maasoever. Er is bij de overtocht van de Maas bij Arcen een (klein) aantal Duitse soldaten omgekomen.
Rond half vier ’s nachts begonnen Duitse troepen van twee bataljons van het 192e regiment de grens in Velden over te trekken, waarbij de bemanningen van de Nederlandse grenswachtposten voor zich uit gedreven werden. Die wisten tijdig de Maas over te komen. Vanaf Hube nam een Duits kanon de Nederlandse bunkers onder vuur en vernielde het Veerhuis in Grubbenvorst. Volgens Van Hees reden Duitse Rode-Kruiswagens gewonden en doden naar het vaderland terug; hun aantal werd echter te groot voor onmiddellijk transport en zo kwamen vele doden in de huizen van ’t Vorst en Hasselt terecht. Hoeveel Duitse levens het gekost heeft zal nooit bekend worden, maar ontelbare rubberbootjes werden door een welgemikt schot tot zinken gebracht. Daarbij zijn volgens Van Hees zeer veel Duitsers verdronken en door geweervuur om het leven gekomen.
Het dagboek van de 56e Divisie (die ook Venlo en Blerick bezette) vermeldt dat ze die dag 2 officieren en 42 onderofficieren en manschappen verloren. Een officier en een soldaat werden vermist. Samen dus 46 mensen. Daarvan zijn 41 namen met zekerheid bekend. Dat er dus in de gemeente Arcen c.a. zeer veel
doden zouden zijn gevallen kan niet op waarheid berusten. Op de oevers van de Maas werden de eerste Duitsers begraven met een eenvoudig kruis boven het graf en/of een kapot geweer of doorschoten helm als heldenteken. Zo zouden er 28 hebben gelegen in het Vorst, bij het veer en in Hasselt.
Bij de Duitse inval in ons land zij in de gemeente Arcen c.a. geen inwoners omgekomen; wel is een aantal militairen afkomstig uit de gemeente Arcen elders in het land gesneuveld.
Bronnen: J. Keltjens e.a., Arcen, ’n dorp in oorlogstijd ((Arcen 1986) 13-15; G. van Hees e.a., Velden 1940-1945 (z.pl., 1947) 12-18; J. Hegger, Lomm van gehucht tot dorp (Lomm 1994) 118-119; Velde tusse grens en Maas, wie’ste bis en wie’ste vruejer waas (Velden 2012) 260, 270-272; H. Bosch, Der Zweite Weltkrieg zwisschen Rhein und Maas (Geldern 1977) 76, 82.
|