De bevolking van Blerick moest meteen na de bevrijding op 3 december 1944 evacueren naar voor hen veiliger oorden. Slechts een klein aantal mensen mocht blijven. Zij dienden als bewakers van Blerick en als assistentie voor de Engelse troepen. Er waren globaal de volgende stromen van vluchtelingen: naar Weert en omgeving, naar Eindhoven en omgeving en naar de omgeving van Aalst in België. Natuurlijk waren er ook inwoners die min of meer op eigen houtje naar familie, vrienden of bekenden in de omgeving van Blerick vertrokken. Ook vermeld moet worden dat de Duitsers in de dagen voor de bevrijding van Blerick talrijke burgers over de Maas naar Venlo hebben gebracht. Deze zijn later deels met de Venlonaren via Duitsland naar Friesland en Groningen getransporteerd. De inwoners van Hout-Blerick en de Boekend zijn slechts ten dele weggetrokken.

Het leven gaat door, ook tijdens evacuaties. Daarom werden er niet alleen kinderen geboren onderweg naar of op de evacuatie-adressen, maar stierven er ook mensen. Dat kon een natuurlijke dood zijn, maar ook als gevolg van de doorstane ontberingen. Hier zijn personen opgenomen waarvan mag worden aangenomen dat hun overlijden direct te maken had met de evacuatie van de Blerickse bevolking. Van een aantal mensen is dat verband niet duidelijk; zij krijgen het voordeel van de twijfel.

Bron: G. Gommans, Leven in oorlog. Blerick ’40-’45 (Blerick 1984) p. 174-176.