In de bossen tussen Blerick en Sevenum (Römer, Zaarderheiken) wemelde het van onderduikers. In de late avonduren van maandag 16 oktober vertrokken zeven van hen in westelijke richting om te trachten door de linies heen de Engelse troepen te bereiken. Zij werden deels geleid door Hand Aerts uit Sevenum, Jan van Daal uit Blerick en de broers Wim en Leo van der Zanden uit Zeilberg. Men zou proberen Zeilberg te bereiken. Tussen Griendtsveen en Zeilberg werd het groepje omstreeks drie uur in de nacht opgemerkt door een Duitse patrouille, die daarop een lichtkogel afvuurde. Iedereen zocht dekking, waarbij Leo van der Zanden op een schotelmijn viel. Hij en drie anderen raakten levensgevaarlijk gewond. De overige drie personen (Hollanders die aan de tankgracht hadden gewerkt) hadden achteraan gelopen en bleven ongedeerd. Zij werden door de Duitsers gesommeerd uit het mijnenveld te komen, gevangen genomen en overgebracht naar de Crisishoeve in Zeilberg. Aldaar werden zij standrechtelijk ter dood veroordeeld. Terwijl zij een laatste sigaret mochten roken ter voorbereiding op de voltrekking van het vonnis, werd de boerderij door Engelse militairen ontzet. Daardoor kwamen deze drie onderduikers in veiligheid.
Gewaarschuwd door de lichtkogel en de ontploffing hadden de Engelsen een patrouille met een tank het veld ingestuurd. De tank liep echter op een mijn. Zodoende kon de patrouille de gewonde onderduikers pas omstreeks zeven uur 's-morgens bereiken. Allen waren toen reeds overleden. Het betrof de gebroeders Van der Zanden, Hand Aerts en Jan van Daal. Het tragische element van dit ongeluk school mede in het feit dat de gebroeders Van der Zanden uit Zeilberg reeds bevrijd waren geweest in de corridor van september 1944 (Eindhoven-Nijmegen). Zij waren op 3 oktober weer opgepakt door een Duitse patrouille en naar Blerick gebracht. Zij verongelukten enkele kilometers van hun ouderlijk huis.
Onder de doden bevond zich een inwoner van Blerick. |