Abraham Sanders, 46 jaar, op 24 oktober 1895 te Venlo geboren, veekoopman, wonende Goltziusstraat 9 te Venlo, op 30 september 1942 te Sakrau omgebracht (akte 407/1951).1 Op zijn persoonskaart is aangetekend dat hij 9 december 1942 is afgevoerd naar Duitsland.
Op 28 augustus 1942 vertrok een groep van 208 Limburgese Joden met een gewone passagierstrein uit Westerbork. Achteraan was zelfs een goederenwagon gekoppeld met daarin bagage. Onderweg werd nog gestopt om wat te kunnen drinken en kaarten naar huis te sturen (die nooit zijn aangekommen). In Cosel werden een dag na het vertrek de jongens en mannen tussen de 15 en 50 jaar uit de trein gehaald. De achterblijvenden werden rechtstreeks naar de gaskamers van Birkenau gereden. De achtergebleven mannen en jongens werden naar het in opbouw zijnde werkkamp Sakrau gebracht, waar ze een eigen nummer kregen en een grote ster achter op hun jas werd geschilderd. De mannen, 158 in totaal onder wie 78 Limburgers, werden te werk gesteld bij de aanleg van de nieuwe Reichsautobahn van Breslau naar Krakow. Dat werk was zeer zwaar, want alles moest met de hand gedaan worden. Ze werden bovendien door de bewakers afgebeuld en kregen stelselmatig te weinig en slecht te eten. Vooral tyfus heeft veel slachtoffers geëist. Van de 158 mannen hebben slechts 8 het overleefd. Abraham Sanders werd daar zo zwaar mishandeld, dat hij al op 30 september 1942 aan zijn verwondingen overleed.2
1) Over de schrijfwijze van de plaatsnaam heerst onduidelijkheid. Men treft zowel Sakrau als Sakran aan.
2) S. Sekhuis, 'Langs de weg naar Gleiwitz', Dagblad De Limburger d.d. 24-1-2015. |