Annie Koekoek. Geboren op 5 december 1935 in Amsterdam. Het gezin Koekoek werd, met uitzondering van de vader, op 26 mei 1943 gearresteerd en naar Kamp Westerbork overgebracht, maar kwam op 17 juli weer terug in Amsterdam. Kort daarna werd het hele gezin weer opgepakt en naar Westerbork gebracht, maar in september nogmaals vrijgelaten. Daarop lieten de ouders de twee jongste dochters Suze en Annie eind september-begin oktober onderduiken. Enkele dagen later werd de rest van het gezin gearresteerd en naar Westerbork gebracht. In maart 1944 werden ze naar Auschwitz getransporteerd en daar vermoord. Annie werd onder de naam Annie Leesma, geboren in Rotterdam op 5 december 1936, bij het echtpaar Nielissen in de Veldense buurtschap Kraneveld op het adres C 267 ondergebracht gebracht. Daar werd ze op 4 juli 1944 – mogelijk na verraad – door Berendsen en een medewerker gearresteerd en naar de Veldense politiepost aan de Rijksweg gebracht, waar ook Marij Winnik werd vastgehouden. Samen werden ze even later naar het politiebureau in Venlo gebracht. Op 13 juli werden ze naar Kamp Westerbork overgebracht en van daar uit op 3 september met het laatste transport uit dit kamp naar Auschwitz, tegelijk met Anne Frank en haar familie. 470 van de mannen, vrouwen en kinderen die daar drie dagen later aankwamen werden meteen doorgestuurd naar de gaskamers, onder wie Annie Koekoek en Marij Winnik.

^{Bronnen: G. van der Vorst, ‘Het einde van twee sterrekinderen, in: Jaarboek Buun 10 (2009) 48-64; Velde tusse grens en Maas, wie’ste bis en wie’ste vruejer waas (Velden 2012); G. van Hees e.a., Velden 1940-1945 (z.pl., 1947) 42; G.P. van der Vorst, Het kapitaal van Sal Walvis.}